Literatuur

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 1997^{3e druk, sterk uitgebreid} [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Claustra": blz. 125 [uit de afbeelding blijkt dat de claustra een grotendeels opengewerkte plaat is, waarvan de openingen, blijkens de tekst, met glas gevuld kunnen zijn. De transenna is (blijkens de tekst van dat lemma) een grotendeels gesloten plaat, die echter ook de vorm van een scheidingswand kan aannemen -jp0304]

- Laag, Heinrich, Wörterbuch der altchristlichen Kunst. Kassel (Johannes Stauda), 1959. [168 blz. ISBN -]. Hierin: "Claustra", blz. 32 ("claustra (n.pl.), durchbrochene Steinplatten, die eine Fensteröffnung ausfüllen" - dit is de volledige tekst)

- Sapin, Christian (red.), Les prémices de l'Art Roman en Bourgogne. D'Auxerre à Cluny, les premiers édifices romans après l'an mil. Auxerre (Centre d'Études médiévales), Précy-sous Thil (Éditions de l'Armançon), 1999. [157 blz. ISBN 2.84479.003.8]. Hierin: blz. 138-141 (hoofdstuk 4 "De nouveaux décors", paragraaf "Le décor vitré des églises")

- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985^{ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974}/_{1e druk 1968}. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin "Transenna": blz. 385 (blijkens tekst en afbeelding wordt de transenna als synoniem voor de niet besproken claustra opgevat)

- Noël, Pierre, Technologie de la pierre de taille. Dictionnaire des termes couramment employés dans l'extraction, l'emploi et la conservation de la pierre de taille. Paris (SEBTP), 1994^{2e druk}/_{1e druk 1965}. [375 blz. ISBN 2.903.248.65.6]. Hierin "Claustra": blz. 92